
In zijn omvangrijke verzameling oden schept Neruda “een geschiedenis van de dingen, de beroepen, de mensen, de vruchten, de bloemen [en] het leven.” Het zijn oden / van alle / kleuren en grootten, waarin de dichter alles en iedereen roemt. Zo brengt hij een ode aan de lente, die is als een groene brief / die de bomen lezen, aan de eenvoud, die hem opnieuw leerde zingen, aan de geur van zijn geliefde, aan de sterren, de maan en de zon, die het Horloge en de middelste bloem / van de hemel zijn. Met grenzeloze dankbaarheid en bewondering biedt de dichter van alles / een beetje / voor iedereen. Hij vleit onbekende goden met zijn vers, en zingt onder besterde hemelen over wat zelfs zeemeerminnen zijn vergeten: een ode aan het leven.
Neruda ziet poëzie niet als een dampende najade. Hij zet haar als wasvrouw aan het werk, laat haar brood verkopen in de bakkerijen, spinnen met de eenvoudige weefsters en ijzer beslaan in de metaalwerkplaats. Hij brengt haar naar de ondergrondse mijnen en moet lachen als ze tevoorschijn komt met haar voorhoofd vol vlekken steenkool.
Zijn poëzie spreekt de taal van mensen, de taal van iedereen. In uiterst korte verzen weet Neruda vervoering en rust met elkaar te combineren.Maar zelfs achter zijn schijnbaar eenvoudige poëzie schuilen diepere betekenissen als politiek, oorlog, geheime liefde en armoede.
Neruda bevecht de gevestigde machten terwijl hij het leven in al haar schoonheid herontdekt.
De oden van Pablo Neruda werden oorspronkelijk in drie boeken uitgegeven: Odas elementales (1954), Nuevas odas elementales (1955) en Tercer libro de las odas (1957). In De lippen van de aarde worden 100 oden bij elkaar gevoegd, een ruime selectie uit de drie originele bundels. Ze worden prachtig vertaald door Bart Vonck, zodat ze nu ook in het Nederlands geproefd kunnen worden. En ze smaken heerlijk.
Nous publions uniquement les avis qui respectent les conditions requises. Consultez nos conditions pour les avis.