
Wie de zin van zijn leven gevonden heeft en erin geslaagd is die ook naar vermogen te realiseren, kan beslist een gelukkige mens genoemd worden: hij zal zijn einde met dankbaarheid tegemoetzien. Weinigen echter is deze generositeit gegeven. Dat komt omdat de mens min of meer de fatale neiging vertoont, individueel en collectief, de zin van zijn bestaan elders te zoeken dan in die ervaringen die op zich waard zijn ‘er’ te ‘zijn’, belevingen die hun zin volop in zichzelf dragen, die zichzelf voldoende zijn en geen verdere finaliteit nodig hebben. Op grond van een aantal, op het eerste gezicht voor de hand liggende drijfveren, die echter snel levensgevaarlijke ondeugden blijken, zoals daar zijn onwetendheid, wantrouwen, oneerlijkheid, leugen, heerszucht, hebzucht, en talrijke andere, zoekt hij, op grond van zijn hemelhoge, wilde ambities, de zin van zijn leven, individueel en collectief, in doelen die nauwelijks voorstelbaar zijn, ver in de toekomst liggen, einddoelen, die een verpletterende opeenstapeling van middelen en nog eens middelen vereisen, waaronder de mens die zich wat discreter en, laten we gerust stellen, wat wijzer wil gedragen, verstikt en verpletterd wordt. Zo construeert de mens zelf de kooi waarin de vrije vogel die hij in se is, zichzelf gevangenneemt in de dwaze illusie met deze slavernij zijn levenslang voordeel te doen. Tot hij ontdekt dat zijn bestaan vergeefs is geweest omdat hij de zin ervan op toxische plaatsen heeft gezocht. Onder de titel ‘Een illusieloze utopie’ geeft de auteur een schets van een levenshouding die niet het slachtoffer is van deze immense illusies en hun fatale vergeefsheid. Op hoop van zegen. En, om het met S. Becket te zeggen, uiteraard ‘Si cette notion est maintenue’
Nous publions uniquement les avis qui respectent les conditions requises. Consultez nos conditions pour les avis.