Description

September 2001. Asif Iqbal’s moeder heeft in Pakistan een bruid voor haar zoon gevonden in een dorpje niet ver van Faisalabad. Enkele dagen later gaat Asif (19) vanuit zijn woonplaats Tipton in Engeland naar de Punjab om zijn toekomstige vrouw te ontmoeten. Asif nodigt vanuit Pakistan zijn Engelse vrienden Ruhel, Shafiq en Monir uit voor het huwelijk. De vier ontmoeten elkaar tenslotte in Karachi. Samen met de Pakistaanse neef van Shafiq bezoeken ze daar een moskee. Ze worden door de Imam aangespoord naar Afghanistan te gaan om de mensen daar te helpen.
Na een uitputtende reis komen de vrienden ’s nachts aan in Kandahar, waar net de eerste Amerikaanse bommen beginnen te vallen. De vier komen terecht in Kabul, waar Asif ziek wordt en ze niet verder kunnen reizen. Inmiddels willen ze zo snel mogelijk terug naar Pakistan, maar het busje dat ze huren brengt ze juist dieper in het oorlogsgebied. Ze komen terecht tussen de Taliban, en in de chaos worden ze gearresteerd. Na weken gevangschap worden de vier mannen overgevlogen naar Guantanamo, de Amerikaanse basis op Cuba. Ze worden gevangen genomen op verdenking van banden met Mohammed Atta en Osama Bin Laden. Hoewel deze beschuldigingen al snel ongegrond blijken, worden ze ondervraagd en gemarteld. Het duurt ruim twee jaar voor Shafiq, Asif en Ruhel terugkeren naar Tipton. Tot op de dag van vandaag is er geen spoor van Monir, die ze in Afghanistan zijn kwijtgeraakt.

De film maakt gebruik van archiefbeelden, interviews en gereconstrueerde scènes om hun verhaal in beeld te brengen. Deels fictie, deels documentaire.